Nederland is op dit moment niet goed genoeg voorbereid op de transitie naar duurzame energie. Ons land is voornamelijk gericht op aardgas en aardolie, en heeft moeite om dit los te laten. Verder zou er meer aandacht moeten worden gegeven aan het besparen op energie, aldus TNO. In 2035 zal de vraag naar energie met meer dan 30 procent zijn gegroeid. Alhoewel Westerse economieën wellicht weten te besparen op energie, zullen vooral opkomende economieën, zoals die van China en Brazilië, steeds meer stroom gaan verbruiken. Er ligt hier een kans voor het Westen om op die vraag in te spelen.
Op dit moment is slechts 1/20 deel van alle opgewekte energie in Nederland afkomstig uit hernieuwbare bronnen. Als de doelstellingen voor 2020 worden gehaald, zal 14 procent duurzaam worden opgewekt. Dit is echter nog steeds niet voldoende om niet meer afhankelijk te zijn van gas en olie. Over een paar decennia zal Nederland vermoedelijk zelfs gas moeten importeren, omdat dan de velden in Groningen leeg zullen zijn. Het is nog steeds niet duidelijk of er in de Noordzee nog nieuwe grote gasbellen te vinden zullen zijn.
TNO pleit ervoor om meer in te gaan zetten op het besparen op energie. Op dit vlak is volgens het instituut de meeste winst te behalen op de korte termijn. Andere Europese landen, zoals Duitsland en Denemarken, exporteren al duurzame energie. Hier ligt een kans voor het Nederlandse bedrijfsleven om dit ook te gaan doen. TNO stelt dat er een duidelijke overheidsvisie nodig is om alles in goede banen te leiden. Klik hier om het onderzoek van TNO, Universiteit Utrecht en ECN te lezen over de toestand van de Nederlandse energiemarkt.
