Hoewel de focus al jaren op duurzame energie ligt in ons land, lijken we toch fors achter te lopen op andere EU landen. Uit recent gepubliceerd onderzoek blijkt dat Nederland een schamele plek 26 in Europa inneemt, als het om duurzame energie gaat. Alleen Luxemburg, Groot Brittannië en Malta leveren een nog kleiner aandeel groene stroom.
De energiedoelstellingen die in 2020 gehaald zouden moeten worden, lijken voor Nederland nu al niet meer haalbaar. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakte bekend dat het aandeel duurzame energie in 2013 nauwelijks is toegenomen. Het aandeel blijft schommelen rond de 4,5 procent. Ten opzichte van 2012 zagen we stijging 0,002 procent. Deze is uiteraard verwaarloosbaar.
Gezien de aandacht en subsidie voor groene stroom, is de 4,5 procent erg weinig. Maar als dit niet eens doorstijgt, kan men zich hardop afvragen wat er met al het geld voor duurzame stroom is gebeurd. De grootste toename van duurzame energie werd overigens geleverd door afvalverbrandingsinstallaties. Deze vorm van opwekking krijgt juist erg weinig aandacht. Vooral zonne- en windenergie krijgen aandacht en subsidie en vooralsnog dus zonder het gewenste resultaat.
Hoewel Nederland achterop raakt op de rest van Europa, is de ambitie recentelijk in het Energieakkoord nog uitgesproken om in 2016 maarliefst 16 procent duurzame energie te produceren. Om dit te halen, moet er heel wat werk worden verzet. De vraag rijst nu of deze ambitie wel reëel is. De Europese Unie wil dat landen in 2020 samen 20 procent van alle energie duurzaam opwekken, dat is nu 14,1 procent. Nederland heeft dus nog flink wat in te halen.
